Nieuws
Digitale transformatie railsector is geen doel op zich
- 10 april 2019
De digitale transformatie brengt in bedrijven twee soorten mensen voort, zo legde John Koot uit: de OT’ers en de IT’ers. Bij die eerste groep staat de o voor operationeel. Zij zijn vaak op conservatieve en risicobeperkende wijze bezig met de uitvoering. De IT’ers daarentegen zijn erg gericht op innovatie.
Uitdaging
“De verhouding tussen OT en IT zorgt voor een enorme uitdaging. Ze zijn los van elkaar opgegroeid, werken anders, worden op verschillende manieren aangestuurd en hebben vaak weinig begrip voor waar de ander mee bezig is. Dat maakt het lastig om projecten in de railsector tot een goed einde te brengen.”
Volgens Koot moet je dus goed nadenken over waarom je bepaalde technologie wilt toepassen. Digitale transformatie is geen doel op zich, maar moet zorgen voor meerwaarde in het geheel. “Data vormt de lijmlaag tussen beide werelden, daardoor ga je elkaar uiteindelijk begrijpen.” Concurrentie en economische motieven kunnen redenen zijn om te willen veranderen. Net als reductie van kosten en risico’s. Dit alles moet leiden tot groei, innovatie en betere operationele prestaties.
Digitale transformatie railsector
Koot gaf een aantal praktijkvoorbeelden. Voor Ricardo Rail ontwikkelde OrangeNXT een systeem om de eigen kennis over spoor en trein te borgen én te vertalen naar diensten waar de klant echt wat aan heeft. De digitale transformatie betrof in dit geval het ongeplande onderhoud. Data voor het platform is afkomstig uit onder meer diagnosesystemen aan boord van de trein en sensoren. Door deze data te filteren met behulp van de kennis waar Ricardo Rail over beschikt, ontstaat er toegevoegde waarde.
Wat leverde dit systeem genaamd Smartfleet op? Aan de OT-kant was dat minder onderhoud en een besparing van 15 procent op de inzet van onderhoudstechnici. Voor IT leverde het betere prestaties en 20 procent meer treincapaciteit op, evenals meer tevredenheid onder de passagiers.
Digitaal assetmanagement
Een ander project betrof digitaal assetmanagement voor BAM Infra. Koot: “Door spoorwissels met elkaar te verbinden, werd gezorgd voor data die inzicht geven over onderhoud, zodat dit beter kan worden voorspeld. Dat leidde tot 20 procent besparing op de operatie en minder onverwachte uitval. Anderzijds zorgde het voor tevreden klanten en daardoor ook blije passagiers, maar ook tot minder boetes die worden uitgedeeld als een wissel niet werkt.
Mitchel Masius van InTraffic vulde nog aan dat het “mooi is als OT en IT elkaar wat beter kunnen vinden en dat gebeurt ook steeds meer”. InTraffic ontwikkelt het platform Miosa, voor het monitoren van zowel hardware (OT) als software (IT). Dat wordt bijvoorbeeld ingezet voor wisselmonitoring. “De neiging bestaat om alles smart te noemen, maar dat wordt het pas als hardware en software echt samenwerken. Dan helpt het pas echt bij het voorspellen van prestaties en kan er veel ellende in de praktijk worden voorkomen”, aldus Masius.
BRON: SpoorPro.nl